15 jaar Centrum voor Levensvragen in Noord-Holland
Een terugblik
Het Centrum voor Levensvragen (CvL) in Noord-Holland biedt begeleiding bij vragen die ontstaan na ingrijpende gebeurtenissen. Het verbindt de vraag van inwoners naar geestelijke hulp in de thuissituatie met de geestelijke ondersteuning in de regio. Het CvL bestaat al sinds 2009 en is ontstaan uit de netwerken Palliatieve Zorg in West-Friesland, Amsterdam-Diemen, Zaanstreek-Waterland, Noord-Kennemerland en de Kop van Noord-Holland.
Na 15 jaar als coördinatiepunt voor zingeving in de regio te hebben gefunctioneerd zal per 1 januari 2022 het Centrum voor Levensvragen Noord-Holland fuseren met Stichting Questio en het Centrum voor Levensvragen Gooi & Vechtstreek. Zij zullen gezamenlijk verder gaan onder de naam: Questio, Centrum voor Levensvragen.
Patricia Appeldoorn, coördinator van het CvL en Marjo van Bergen geestelijke verzorger bij het CvL en oud CvL-coördinator, blikken terug op 15 jaar CvL in Noord-Holland.
Patricia: “Het begon in West-Friesland. In 2008 kwam een aantal geestelijk verzorgers intramuraal in Hoorn tot de conclusie dat er een hiaat bestaat tussen zorg van het ziekenhuis naar huis. In het ziekenhuis heeft elke cliënt toegang tot geestelijke verzorging, maar zodra de persoon naar huis mag, heeft hij of zij deze toegang niet. Daarom is in 2009 het Centrum voor Levensvragen opgericht. Een mooie beweging die echt nodig is.”
Marjo: “Ik begon in 2015 als coördinator voor alle vijf Centra voor Levensvragen en als geestelijk verzorger. Mijn taak was om van de verschillende centra één organisatie te maken; het CvL Noord-Holland. Het was niet eenvoudig om daar een lijn in te brengen, de centra bevonden zich in een compleet andere fase. Ik heb gekeken hoe we het primaire proces goed kon stroomlijnen; er kwam een handleiding waarin procedures beschreven stonden, de telefoonvrijwilligers kregen goede begeleiding en documenten werden goed geordend. Vanuit troubleshooting ben ik de organisatie verder gaan verbeteren en samenwerkingsprojecten gaan opzetten.”
Hoe kwamen jullie aan financiering voor de activiteiten van het CvL?
Patricia: “Bij de oprichting van het CvL was er geen subsidie beschikbaar om de consulten van de geestelijk verzorgers (GV’ers) te betalen. We waren echt aan het pionieren. Via fondsenwerving hebben we €45.000 aan startsubsidie opgehaald. Daarvanuit konden we gaan bouwen. We hebben een website opgezet, een telefoonlijn genomen, geestelijk verzorgers geschoold en symposia georganiseerd. We waren erg zuinig met het geld. Iedereen die belde met een vraag konden we helpen maar we konden niet te veel promotie maken. Ondertussen voerden we landelijk de lobby voor structurele bekostiging voor het CvL.”
Marjo: “Ik wist nooit hoeveel geld er nog was. Dan belde ik Patricia en vroeg: ‘Ik wil dit graag doen, kan dat?’ En ze zei gelukkig altijd ja. Wij wierven vanuit Noord-Holland voor de hele regio, ook voor Amsterdam-Diemen. We konden niet te veel grote projecten opstarten, dan zouden we snel aan het einde van ons geld zijn. Het was een continue en tijdrovend proces om voldoende geld binnen te halen voor de consulten van de GV’ers.”
Wisten mensen wel wat geestelijke verzorging inhield?
Patricia: “Mijn ervaring was dat er 15 jaar geleden minder aandacht was voor geestelijke verzorging. Zingevingsvragen werden veelal niet herkend, dus daar hebben wij vanuit het CvL echt op in gezet door het geven van scholingen en organiseren van symposia.”
Marjo: “In 2016 organiseerden we een symposium genaamd; De antwoorden voorbij. Alle mensen die in de zorg werkten konden aansluiten. Uiteindelijk was de zaal gevuld met 60-70 mensen; zorgverleners, vrijwilligers, het was een groot succes. Het was een grote investering maar gaf goede zichtbaarheid aan het CvL en leverde een belangrijke bijdrage aan de inhoudelijke doelstelling om zingeving in de palliatieve zorg te versterken in omvang en diepgang.
Nu is er subsidie voor geestelijke verzorging, hoe is die er gekomen?
Patricia: “We hebben veel gelobbyd voor structurele financiering. Het Ministerie van VWS had in hun regeerakkoord voor 2019 opgenomen dat ze iets aan eenzaamheid wilden doen. Toen kwam subsidie beschikbaar voor mensen van 50 jaar en ouder, bijvoorbeeld rondom eenzaamheid of mensen die palliatief zijn en diens naasten. In Het was een gekke periode, want veel organisaties wilden de gelden naar zich toetrekken. Wij hebben het CvL toen verder doorontwikkeld naar een onafhankelijke stichting met een stichtingsbestuur en een onafhankelijk projectleider vanuit ZONH.”
Marjo: “De subsidie heeft ons ook geholpen met het aangaan van samenwerkingen die er anders nooit waren gekomen. Zoals met Huis aan het Water in Katwoude en het Praethuys in Alkmaar, inloophuizen voor mensen met kanker.”
Welke hoogtepunten staan je bij uit de afgelopen 15 jaar?
Patricia: “Dat de subsidie er kwam in 2019! En de opening van het CvL door de burgermeester. Maar ook een verhaal dat een geestelijk verzorger mij ooit verteld heeft. Hij was in gesprek met een bedlegerige patiënt in het ziekenhuis die aan het einde van zijn leven was. De specialist had nog een behandeling in gedachten voor de patiënt. De man wilde de behandeling wel ondergaan, omdat hij dacht dat hij daarmee weer in staat zou zijn om met zijn kleinzoon een bootje af te maken waar ze ooit aan begonnen waren. De GV’er gaat met dit verhaal naar de arts, die aangeeft dat ook met de behandeling de man nooit meer zijn bed uit zal komen. Er is toen bemiddeld tussen de arts en de man om te voorkomen dat de man tegen verkeerde verwachtingen in behandeld zou worden.”
Marjo: “Een van de dingen die mij bijstaat is een workshop die ik heb gegeven over sterven. Ik vertelde hoe op een gegeven moment een ervaring van leegte een ervaring van ruimte kan worden. Ongeveer vijf jaar later werd ik gevraagd om een training te geven aan vrijwilligers in de terminale palliatieve zorg. De begeleider vroeg het aan mij omdat ze mij die workshop had zien geven. De crux was dat ik zelf die workshop alweer vergeten was, maar op de een of andere manier heeft het verhaal haar zo geraakt dat zij er zoveel jaren later nog bij mij op terug komt. Dat raakt me.”
Hoe hoop je dat geestelijke verzorging thuis zich verder zal ontwikkelen?
Marjo: “Ik hoop dat het inhoudelijk beleid verder ontwikkeld zal worden. Als je kijkt naar de omvang van de bevolking dan moeten we goed nadenken hoe we de subsidiegelden gaan besteden. Hoe zorgen we dat de ondersteuning terecht komt bij de mensen die het het hardst nodig hebben? Nu is de ondersteuning vooral zorg georiënteerd, maar je kunt ook vragen hebben over je: familie, gezin, werk, seksualiteit, identiteit en ga zo maar door. Daar hoef je absoluut geen patiënt voor te zijn. We moeten wel samen blijven werken met de zorg, want sterfelijkheid en kwetsbaarheid zijn grote vragen. Maar er zijn meer thema’s die ook wat doen met mensen en vragen oproepen, ook maatschappelijk, zoals: burenruzies, de effecten van de coronacrisis en de grote instroom van asielzoekers.”
Patricia: “Ik hoop dat de consulten niet meer via een subsidie bekostigd hoeven te worden maar dat geestelijke verzorging thuis via de reguliere bekostiging, dus via de zorgverzekering, gefinancierd kan worden. Daarnaast hoop ik dat geestelijke verzorging voor iedereen toegankelijk wordt, niet alleen voor ouderen, eenzame of palliatieve mensen en diens naasten. Ik heb veel vertrouwen in het nieuwe CvL, daar zit een goed bestuur, dat samen met een goed team van geestelijk verzorgers en vrijwilligers de continuïteit kan waarborgen”