Regionale initiatieven met medicatiegesprek tijdens de gecombineerde leefstijlinterventie
Aan de gecombineerde leefstijlinterventie (GLI) zou volgens steeds meer apothekers de ‘M’ van medicatie moeten worden toegevoegd. Apothekers kunnen een waardevol advies geven aan GLI-deelnemers over hun medicatiegebruik in relatie tot leefstijl(veranderingen).
Een groeiende groep (leefstijl)apothekers vindt dat leefstijladvies ook medicatie moet omvatten. In de Kop van Noord-Holland en in Midden-IJssel worden pilots uitgevoerd waarbij apothekers het medicatiegebruik van GLI-deelnemers onder de loep nemen. Beide projecten worden gefinancierd vanuit de eerstelijnsondersteuningsgelden door de preferente zorgverzekeraars VGZ en Salland Zorgverzekeraar. De apothekers voeren het gesprek aan de hand van het GLIM-protocol, een screeningsdocument dat inzicht geeft in medicatie die gewichtstoename, eetlustveranderingen en bewegingsbeperkingen kan veroorzaken. Het doel van de pilots is om een beter beeld te krijgen waaraan het medicatiegesprek bijdraagt en hoe de samenwerking met de leefstijlcoach wordt ervaren.
Apothekers kunnen vanuit hun expertise over geneesmiddelen, het menselijk lichaam en menselijk gedrag waardevol advies geven aan mensen die aan hun leefstijl werken, aldus Elly Zon, leefstijlapotheker bij Apotheek Zuiderhaaks en Bernhardplein in Den Helder. Zon legt uit: “Een bètablokker regelt het hartritme, maar kan ervoor zorgen dat de hartslag tijdens het sporten niet stijgt, waardoor het voelt alsof er een ‘rem’ op staat. Statines kunnen spierpijn veroorzaken en mensen die slaapmiddelen gebruiken kunnen ‘s ochtends moeite hebben om in beweging te komen.” Met het onderbouwde advies kan de (huis)arts besluiten om het medicatievoorschrift te wijzigen.
Ngan de Vries en Annet Goossen, apothekers in de regio Deventer apotheek, vullen aan: “Van omeprazol kun je drie kilo aankomen. Vanuit het ziekenhuis is het standaardprotocol om zo’n maagzuurremmer voor te schrijven samen met een NSAID, maar er is lang niet altijd een strikte indicatie.“
Om de stap van ziekte en zorg naar gezondheid en gedrag te maken, is samenwerking met andere (para)medici en inzet op preventie noodzakelijk. In de erkende GLI-programma’s is een medicatiebeoordeling nu geen standaard onderdeel. Terwijl juist deze patiënten gebaat zijn met goede voorlichting. Zon legt uit: Insulineresistentie is een belangrijke factor bij het ontwikkelen van het metabool syndroom bij mensen met obesitas. Het verband met cardiovasculaire aandoeningen en DMII is al langer bekend, maar er worden verbanden met steeds meer aandoeningen ontdekt. De patiënt heeft er baat bij als insulineresistentie wordt voorkomen of aangepakt. In de GLI zijn deelnemers relatief jong. Om te voorkomen dat op latere leeftijd problemen ontstaan is het juist voor patiënten van 30-40 jaar met overgewicht nuttig om deze relatie te kennen, ook als zij nog geen medicatie gebruiken. De apotheker kan goed vertellen hoe het lichaam werkt en hoe insulineresistentie kan worden voorkomen, ondersteunend aan het GLI-programma.”
De betrokken apothekers hopen dan ook op mogelijkheden waaronder een passende vergoeding van deze GLIM- gesprekken om hun werk na afloop van het project voort te zetten.